slider historiek

Fokkerij

Vanuit haar bijzondere zorg voor erfgoed draagt Stoeterij Diepensteyn bij tot het voortbestaan van het Belgisch Trekpaard. Na verlies van de economische functie in de landbouw, haven, transport en mijnbouw en nadien in de vleesproductie voor de slachterij, is het ras met uitsterven bedreigd. Een nieuwe gebruiksfunctie in de recreatie en de sport is de beste garantie voor een nieuwe toekomst.

FOKBELEID

De verre voorouders

Van midden 1800 tot na de Eerste Wereldoorlog was het Brabants trekpaard België’s grootste exportproduct. Jaarlijks werden meer dan 35.000 paarden uitgevoerd naar alle delen van de wereld. Ze deden dienst als levende motor in de landbouw, het transport, de haven, de mijnbouw.


Het Belgisch Trekpaard verloor na de tweede wereldoorlog een zijn economische functie door de opkomst van de tractor, maar vond een nieuwe afzet in de vleesindustrie. De fokkerij richtte zich op maximaal gewicht, het paard verloor aan beweeglijkheid en gebruikswaarde. Bij de fokselectie werd ook geen aandacht meer geschonken aan genetisch overdraagbare ziektes zoals CPL . Echter, na de val van de Berlijnse muur, vond de vleesindustrie nieuwe leveranciers van paardenvlees in de landen van Oost-Europa.

Hoe moet het verder?

Als het Belgisch Trekpaard wil blijven voortbestaan, dan moet het een nieuw gebruiksdoel vinden, zichzelf heruitvinden voor de recreatie en de sport. Zijn zachte en werkwillige karakter is daarbij een meerwaarde. Het fenotype (totaal van waarneembare eigenschappen van het paard) moet echter wel opnieuw evolueren naar wat het was in zijn glorietijd. Indigène du Fousteau, viervoudig Belgisch kampioen (1906-1907-1908-1909), en Indigène de Wisbecq (1914) kunnen hiervoor model staan.

Stoeterij Diepensteyn heeft zich als missie gesteld om een Belgisch trekpaard te fokken naar het fenotype en de gebruikswaarde uit de glorietijd, maar dat is niet zo eenvoudig. Het trekpaarden bestand in België is dermate gekrompen dat het resterend genetisch materiaal ontoereikend is voor gerichte selectie. Stoeterij Diepensteyn brengt daarom tophengsten, met een aangetoonde Belgische oorsprong en die aldaar door zuivere selectie dichter bij het oorspronkelijke fenotype zijn gebleven, uit de voormalige exportlanden naar België terug. Door kruising met zwaardere Belgische merries wil ze versneld haar fokdoel bereiken. Daarbij wordt consequent geselecteerd op beenzuiverheid, soepele lichaamsbouw, sterke rug, schuine schouder, opgerichte hals, werkwilligheid en uithoudingsvermogen.

Het stamboek kan best haar rasstandaard in die zin aanpassen of een tweede lichter standaardtype definiëren.

De tophengsten van Stoeterij Diepensteyn staan ook ter beschikking van derden.

Stoeterij Diepensteyn heeft een permanent paardenbestand van 20 tot 30 paarden.

Dekstation

Stoeterij Diepensteyn heeft twee goedgekeurde vosse trekpaardhengsten, Diepensteyn’s Hopper en Diepensteyn’s Edwin. Zij werden aangekocht omwille van hun zuiver beenwerk, beweging, werkwilligheid en karakter. Hun bloedvoering gaat terug tot de Belgische kampioen 1953: “Monthy des Bruyères”.

Beide hengsten gaan goed bereden onder het zadel en aangespannen.

De hengsten zijn beschikbaar voor onze klanten.


Maak kennis met onze hengsten

Diepensteyn’s HOPPER 2012/9030

°23/05/2010
1.70m
Helmut – Nelson – Marc

wereldbol icon Stamboom van Hopper
slider historiek
slider historiek
slider historiek
slider historiek

Diepensteyn’s EDWIN 2017/9200

°14/04/2014
Kampioen NRW (Nordrhein Westfälisches Kaltbutpferd) 2016
1.66m
Erdinger Gold – Helmut – Marc

wereldbol icon Stamboom van Edwin
image